In het zwembad oogst hij nog altijd veel bewondering. “Vroeger kon ik heel mooi in het water komen. Mijn lievelingssprong was een salto waarna je weer terugkwam op de plank, en daarna weer omhoog en dan in twee-en-een-halve salto naar het water. In die tijd sprong ik van tien meter. Torenspringen heet dat. Nu houd ik het bij drie meter. Dat doorveren vind ik niet meer zo fijn, want nu weeg ik iets meer. Maar anderhalve salto voorover met een dubbele schroef – dat kan ik nog wel.”  // Lees het hele artikel op Strijdkreet.nl, tekst: Willemijn de Jong

You may also like

Back to Top